Elke week krijgen 300 Nederlanders een hartstilstand.
En daar zijn de gevallen in het ziekenhuis niet in mee gerekend. Veelal zijn er nooit eerder hartklachten geweest bij het slachtoffer. Een hartstilstand komt dan ook vaak onverwacht.
Een hartstilstand - officieel een circulatiestilstand genoemd - herken je doordat iemand niet meer ademhaalt, of een niet-normale ademhaling heeft. In een reanimatiecursus leer je de ademhaling te controleren en beoordelen.
Een hartstilstand kan vooraf worden gegaan door een hartinfarct: de meeste hartinfarcten kunnen worden herkend aan een aanhoudende drukkende pijn op de borst, uitstraling naar de bovenarmen, kaken, rug en maagstreek. Ook symptomen als zweten, braken of hevige misselijkheid kunnen voorkomen. Veeal hebben vrouwen iets minder duidelijke klachten zoals extreme moeheid, kortademigheid of duizeligheid.
Bent u voorbereid?
Als iemand een circulatiestilstand (in de volksmond wordt dit een hartstilstand genoemd) krijgt is er sprake van een levensbedreigende situatie. Het hart pompt niet langer op een juiste manier het bloed door het lichaam. De cellen in uw lichaam krijgen als gevolg geen zuurstof meer. De hersencellen zullen na 4 tot 6 minuten onherstelbaar beschadigd zijn.
Zonder reanimatie kunnen de hulpdiensten na 10 minuten het slachtoffer bijna nooit meer redden.
U kunt echter door te reanimeren en beademen de bloedsomloop kunstmatig op peil houden.
De overlevingskans wordt dan voor het slachtoffer vergroot, de hulpdiensten kunnen dan met behulp van medicatie en defibrillatie proberen het slachtoffer te redden. Maar dit is in de meeste gevallen alleen mogelijk als omstanders al met de reanimatie gestart zijn.
Keten van overleving
Er zijn vier fasen die van uiterst belang zijn voor het overleven van een slachtoffer. Dit noemen we de keten van overleving. De keten bestaat uit:
- Direct 112 alarmeren
- Directe reanimatie door omstanders
- Vroeg defibrilleren
- Vroege gespecialiseerde reanimatie
112 alarmeren
Bij een circulatiestilstand dient direct 112 te worden gebeld. Vermeld altijd dat het om een reanimatie gaat.
Direct beginnen met reanimeren
Begin direct met reanimatie door 30 borstcompressies af te wisselen met 2 beademingen met een tempo van 100-120 compressies per minuut.
Vroeg defibrilleren (inzetten van een AED)
Een circulatiestilstand is vaak het gevolg van een hartinfarct. Er is dan geen normaal hartritme meer. Er kan een volledige stilstand zijn opgetreden, maar vaker is er sprake van zogeheten fibrilleren. Het hart heeft dan een 'chaotisch ritme'. Als dit het geval is kan het slachtoffer alleen overleven als er snel een elektrische schok wordt toegediend. Dit noemt men defibrilleren. Een AED is een elektronisch apparaat dat een dergelijke schok kan toedienen en is door iedereen te bedienen. Het is dus noodzakelijk dat zo spoedig mogelijk een AED wordt gebracht of gehaald. Als dit binnen enkele minuten gebeurt is de kans op overleving het grootst (70%). Elke minuut dat wordt gewacht daalt de kans met 10%.
Vroege gespecialiseerde reanimatie
Als de ambulance gearriveerd is kunnen de hulpverleners gespecialiseerde technieken gebruiken om het ritme te herstellen en de kans op overleving vergroten.